Flyball is de enige teamsport met honden. 4 honden rennen om beurt over 4 hindernissen naar een toestel.

 

In dit toestel zit een tennisbal, en de hond laat met een druk van de poten de bal  uit het toestel springen en moet die dan zo vlug mogelijk terug over de horden tot bij zijn baasje brengen.

 

De ballader heeft op dat moment al een nieuwe bal in het toestel geplaatst, want zodra die ene hond over de finishlijn is, mag de volgende hond reeds over diezelfde startlijn gaan.

 

Om zo weinig mogelijk tijd te verliezen worden de honden dan ook getraind om haast neus-aan-neus op de start/finish met elkaar te wisselen.

 

Helaas levert een te snelle wissel een “lamp” op. Deze hond moet opnieuw lopen !

 

Andere fouten zijn: te vroeg starten, balverlies, naast de horden lopen, storen bij het andere team…Ook deze honden dienen achteraan aan te sluiten om hun “run” over te doen. Training, inzicht, en concentratie zijn dan ook voor de baasjes nodig, en zelfs een coach is net als bij veel andere sporten heel belangrijk voor het resultaat.

 

In een wedstrijd racen 2 ploegen tegen elkaar.

 

Het team waarvan de 4 honden het eerst foutloos binnenkomen, wint die “heat”. Een race bestaat uit 3 heats (best of three ...) of soms uit 5 heats, afhankelijk van de organisatie

Op een tornooi zijn steeds verschillende ploegen die tegen elkaar uitkomen.